vrijdag 7 juni 2013

Liberalisme

Citaat:

'... But a liberty to dispose, and order, freely as he lists, his person, actions, possessions, and his whole property, within the allowance of those laws under which he is; and therein not to be subject to the arbitrary will of another, but freely follow his own.' (p. 34)

Referentie:

John Locke, Second Treatise of Government. An Essay Concerning the True Original, Extent and End of Civil Government, Edited by Richard H. Cox, Arlington heights, Ill.: Harlan Davidson, 1982.

Commentaar:

Locke wordt doorgaans gezien als de grondlegger van het liberalisme. De door Locke gehanteerde definitie van vrijheid, waarbij het individu vrij is om invulling te geven aan zijn eigen leven zolang het de andere daarbij niet schaadt, is het morele uitgangspunt van het liberalisme. Samen met Locke pleiten liberalen niet voor een ongelimiteerde vrijheid, maar juist voor duidelijke grenzen aan ieders vrijheid. Om Robert Nozick te citeren: 'Iemand kan de vrijheid hebben om zijn eigen mes rond te laten slingeren waar hij wil, maar niet in de rug van iemand anders'. De vrijheid van de één stopt bij de vrijheid van de ander. Naast zelfbeschikking over het eigen lichaam, onderkent Locke ook de mogelijkheid om van de natuur gebruik te maken, als een wezenlijk onderdeel van de vrijheid van de mens. Omdat de menselijke gemeenschap slechts de beschikking heeft over een eindige planeet, mag een individu de natuur niet ongelimiteerd voor zichzelf opeisen. Lock formuleerde dit idee al lang voordat de natuur schaars begon te worden. Volgens Locke mag ieder individu een gedeelte van de natuur opeisen, mits hij genoeg en van voldoende kwaliteit overlaat voor anderen. Omdat iedereen gelijk is kan niemand meer aanspraak maken op de natuur dan een ander. Wanneer twee personen bijvoorbeeld een beperkte hoeveelheid land moeten verdelen, kan geen van beiden meer land opeisen dan de ander, omdat deze de ander dan teveel beperkt in het geven van een eigen invulling aan zijn leven.

Kort samengevat is het liberalisme de ideologie van het zelfbeschikkingsrecht van de mens. Dit houdt in dat de mens een natuurlijk recht heeft op leven, vrijheid en eigendomsrecht op zichzelf en de vrucht van zijn arbeid. Het liberalisme beschouwt mensen als gelijkwaardig. Dit betekent dus dat vrijheid niet absoluut is. De vrijheid van de één houdt op waar de vrijheid van een ander in het gedrang komt. Het liberalisme wijst de staat niet af maar ziet zijn rol steeds ondergeschikt aan zijn burgers. Waar Hobbes en vooral Rousseau met iets transcendents bezig waren, bekommert Locke zich enkel om eigendom. Maar als één politieke stroming levensvatbaar is gebleken dan is het wel het liberalisme.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten