woensdag 12 juni 2013

Vrij geboren

Citaat:

'De mens is vrij geboren, en is alom geketend.' (p. 45)


Referentie:

Jean-Jacques Rousseau, Het maatschappelijk verdrag of Beginselen der Staatsinrichting, Vertaald door S. van den Braak en G. van Roermund, Meppel: Boom, 2002.


Commentaar:

Net als Hobbes en Locke ziet Rousseau de natuurtoestand als een toestand van natuurlijke vrijheid en gelijkheid. Waar Hobbes echter een oorlog van allen tegen allen voorziet, kwalificeert Rousseau de natuurtoestand als een positieve situatie. 'Hindernissen' (waarschijnlijk schaarste van bestaansmiddelen en monopolisering) maken deze toestand, met de daaraan gekoppelde absolute vrijheid, echter onhoudbaar. Rousseau ziet de oplossing niet in het opgeven van (een deel van) deze vrijheid en keert zich daarin ondermeer tegen het recht van de sterkste. Hij erkent wel dat het recht van de sterkste voorkomt in de natuurtoestand, maar voegt daaraan toe dat het recht pas ontstaat door erkenning van anderen. Fysieke dwang creëert geen rechten. Recht wordt gecreëerd door diegenen die de macht erkennen als gelegitimeerd. Rousseau illustreert dit met een mooi voorbeeld: 'Stel dat een struikrover mij verrast op een eenzame plek in het bos, moet ik dan niet alleen onder dwang mijn beurs afgeven, maar ben ik daartoe ook nog in geweten verplicht indien ik haar had kunnen achterhouden?'

Op basis van deze redenering komt Rousseau tot de conclusie dat er uiteindelijk geen natuurlijke autoriteit van de een over de ander bestaat, dat het recht van de sterkste op termijn zinloos is, want macht alleen is niet in staat om rechten af te dwingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten